Biochemie,
Dr. W.H. Schüssler’s Celzoutentherapie
De behandeling is in feite een suppletie van de stof (of stoffen) waar
een tekort aan is, waardoor celfuncties weer worden hersteld.
De blijvende erkenning van de
natuurlijke methode van genezing, zoals door Dr. Schüssler ontwikkelt, onderstreept de
waarde van deze therapie tot heden.
Dr. Schüssler ging ervan uit dat veel ziektes in het organisme ontstaan door
een tekort aan een of meerdere organische zouten.
Het juiste evenwicht tussen
opbouw en afbraak van het organisme kan met biochemische zouten van Dr.
Schüssler in evenwicht worden gebracht.
Van zuur
basen - verhoogde bloeddruk-veroudering van de huid-gezonde kiezen tot nervositeit.
De zouten worden verkregen doordat kristallen worden vermalen, gewreven
niet geschud, het is dus geen homeopathie.
Celzouten zijn lichaamseigen enkelvoudige mineralen die iedereen heeft.
Het zijn smelt-tabletjes die direct oplossen in de mond, opgenomen worden door
de slijmvliezen en in de bloedbaan terecht komen.
Ze geven daarom geen maag- en darmklachten.
Het was Dr. W.H. Schüssler 1821-1898 die de term biochemie voor het eerst
gebruikte voor de natuurlijke geneesmethode die hij ontwikkelde.
Dr. H.W. Schüssler ontdekte tijdens zijn werk als Biochemicus de 12
celzouten.
Later werden er nog eens 13 celzouten aan toegevoegd voor de chronische
aandoeningen.
Dr. W.H. Schüssler :
"de ziekte van een cel ontstaat door het verlies aan organische
zouten (Minerale zouten) om de schade te voorkomen en om de celzouten
direct opneembaar voor de cellen te maken, moeten deze gepotentiëerd worden
".